De soort vraag die je stelt, is van grote invloed op het antwoord dat je krijgt. Je kunt een gesprek zelf sturen met jouw vragen. Tijdens een gesprek kun je gebruik maken van gesloten vragen en open vragen. Hoe gebruik je deze vragen in een gesprek is een onderwerp dat vaak aan bod komt in onze training Interpersoonlijke communicatie.
“Heb je dit blog al gelezen?” Dit is een gesloten vraag of een zogenaamde vangvraag. Het antwoord op een gesloten vraag luidt 'ja' of 'nee'; het is 'X' of 'Y'. Als gesprekspartner ben je niet vrij om je eigen woorden te kiezen. Gesloten vragen beginnen over het algemeen met een werkwoord. (Uitzondering hierop is de gesloten vraag: Hoe laat is het?) Gesloten vragen zijn bruikbaar wanneer je iets specifieks wilt weten, eenvoudige of feitelijke informatie. Of als er weerstanden zijn om een bepaald onderwerp te bespreken.
Gesloten vragen moeten:
“Wat vind je van dit blog?” Dit is een open vraag. Open vragen nodigen de gesprekspartner uit tot het geven van uitgebreide informatie. Open vragen beginnen met vragende voornaamwoorden als: hoe, wat, wie, wiens, welk, waar, wanneer, waartoe. Het is beter om 'waarom' te vermijden, omdat deze vraag soms een verdedigende reactie bij de ander oproept. Een ‘waarom’ vraag kan ook leiden tot associëren en het formuleren van ontwijkende antwoorden.
Open vragen moeten:
Een kort overzicht van de verschillen tussen open en gesloten vragen zie je hieronder. Het doorzien van de verschillen is belangrijk, omdat je met jouw vragen bepaalde reacties kunt oproepen en het gesprek kunt sturen. Open vragen stimuleren tot een vrijere gedachteontwikkeling dan bij gesloten vragen het geval kan zijn. Als je iemand aan de praat wilt krijgen, is een open vraag dus het meest geschikt om het gesprek mee te beginnen.
Open vragen | Gesloten vragen |
Vragend voornaamwoord voorop | Werkwoord voorop |
Laten de gesprekspartner vrij | Laten de gesprekspartner kiezen uit een beperkt aantal mogelijkheden |
Bieden mogelijkheid tot uitweidingen | Mogelijkheid tot korte antwoorden |
Genuanceerde antwoorden mogelijk | Kunnen dwingen tot 'ja' of 'nee', 'X' of 'Y'. |
Persoonlijkheid van de ondervraagde krijgt een kans zich te uiten | Persoonlijkheid van de vrager is sturend aanwezig |
Niet sturend | Sturend |
Risico: afdwalen van doel | Mogelijkheid tot terugsturen naar doel |
Leiden naar de meningen van de ander | Leiden naar feiten en kunnen meningen verdoezelen |